maandag 22 februari 2010

2009 Krot en Co Column door Anna van Leeuwen


De boekentelefooncel in de Beste binnenstad van Nederland

Toen ik De Asielzoeker voor mijn verjaardag kreeg, was mijn boekenkast al vol. Ik legde het boek bovenop de anderen, ongeveer op de juiste plaats: dwars over De Greef, Hermans en Houellebecq. Pas na twee weken kreeg ik in de gaten hoe grappig en triest het was, mijn asielzoeker in de boekenkast. Ik herschikte het een en ander: Het Parfum zette ik op mijn wastafel, Het Hemelse Gerecht kwam in de keuken terecht en zo paste De Asielzoeker er alsnog bij. Geheime Kamers (zo’n dikkerd) wilde ik ook graag kwijt, maar ik wist niet waar. Niet lang daarna droomde ik van een luik achter in mijn boekenkast waar ik net doorheen paste.

Erachter bevond zich een enorme bibliotheek, inclusief ladders op wieltjes. Duizenden boeken stonden zij en zij en terwijl je zou verwachten dat mijn droom-ik daar vreugdedansjes maakte, dacht ze alleen maar droogjes: “Goh, hier ben ik lang niet geweest. Ik was bijna vergeten dat ik deze bibliotheek had.” Mijn droom-ik is maar moeilijk te verrassen of van de wijs te brengen. De volgende ochtend spoedde ik me naar mijn boekenkast om Geheime Kamers door het luik te duwen. Toch blijft het proppen, nog steeds.

Nu las ik dat in Bergen op Zoom een telefooncel staat met erin “ca. 1500 boeken”, het is een herdenkingsmonument ter ere van Anton van Duinkerken, gemaakt door kunstenaarscollectief Krot & Co. Ik heb wel eerder iets geleerd van een kunstwerk, maar zelden zoiets praktisch en concreets als antwoord op mijn vraag ‘Hoe krijg ik een grote hoeveelheid boeken in een kleine ruimte?’ Op naar Bergen op Zoom. In de trein zit ik te lezen: de namen van de stations, de Schiphol identity badge op de borst van de man tegenover me en vlak voor station Bergen op Zoom hangt een groot spandoek “Bergen op Zoom = Beste binnenstad van Nederland”.

De boekentelefooncel in de Beste binnenstad van Nederland is makkelijk te vinden, hij staat in het Markiezenhof bij de bibliotheek. Ik was erop voorbereid dat uit de telefooncel de stem van Anton van Duinkerken zou klinken, die een redevoering houdt over het Wilhelmus, maar kennelijk staat het kunstwerk niet aan vandaag. Dat is wel fijn, in stilte is het makkelijker lezen. De boeken zijn op kleur gesorteerd, alles door elkaar: boeken over tuinieren op historische romans naast kinderboeken. Meteen ontstaan in mijn hoofd kleine gedichtjes van boektitels. Aan een kant van de telefooncel lees ik: ‘De Rudimentaire Mens/ De Zomerkwal/ Hoe groen was mijn dal’. En aan een andere kant puzzel ik uit de titels het best wel diepzinnige gedicht: ‘De vrouw die in de aarde woont/ In de schaduw van gisteren/ De wereld van het ongrijpbare / Aarde en mens/ De wondere oogst’. Opgetogen ga ik naar huis, blij van al het moois dat ik vandaag heb gelezen. Mijn praktische vraag is beantwoord: in de hoeken van de telefooncel waren sommige boeken stukgesneden. Dat zou ik nooit doen. Thuis bekijk ik mijn uitpuilende kast weer. Het is niet erg. Het zou wel fijn zijn als ik dat luik eens terugvond, want ik had Geheime Kamers nog niet gelezen.

Volkskrant, column kunstbijlage door Anna van Leeuwen januari 2009

www.annavanleeuwen.nl